De methode Gesret : asthma, algemene definitie

Ontleend uit : «ASTHMA», Raoul KOURLISKY, Encyclopaedia Universalis. Edition 1990 (P 252 à 255).

Algemene definitie

Astma is :

  • een ademhalingsstoornis geïnduceerd door een groot onvermogen om uit te ademen, optredend in uitbarstingen.

Dit komt voor op alle leeftijden, komt, gaat weer weg, of blijft met een onvoorspelbare variabiliteit. Het wordt uitgelokt door een wisselende samentrekking van de bronchi, veroorzaakt door een spasme van de gladgestreepte musculatuur, tesamen met een obstructie van de bronchiale secreties.

Verschillende startende factoren worden vooropgesteld:

  • allergische overgevoeligheid 
  • psychofysiologische problemen

De hoofdeigenschap van astma is :

  • een ademprobleem tijdens het uitademen, meestal ontstaan uit krampachtige aanvallen, onderbroken met lange periodes van totale kalmte. 

De crisis uitbarsting treedt op in twee stappen:

  • gradueel stikken, te wijten aan de onmogelijkheid van uit te ademen
  • evacuatie van bronchiale secreties

De klinische analyse van astma aanvallen toont verder twee processen:

  • ten eerste een mechanisch proces
  • ten tweede een secretorisch proces

De frequentie en amplitude van de aanvallen zijn:

  • enorm variabel afhankelijk van de patiënten, maar in extreme gevallen gaande tot dodelijke afloop ten gevolge van het stikken .

Onvermogen om uit te ademen en secretorische stoornissen kunnen matig zijn; indien eerstgenoemde domineert en inspanningen tegen houdt, zouden wij verkeerdelijk kunnen denken aan een cardiaal of circulatoir probleem.
Indien de beide stoornissen gedurende jaren gecombineerd blijven, waarbij patiënten hoesten, spugen, en ademhalingsmoeilijkheden ondervinden, zou men denken aan chronische bronchitis.
Deze term is exclusief gebruikt voor een goed beschreven chronische bronchiale irritatie, dewelke, na een aantal jaren, gecompliceerd kan worden met extreme dilatatie van de pulmonaire canaliculi, beter bekend als emfyseem. 
Het grote verschil met astma is dat emfyseem niet omkeerbaar is door de broncho-alveolaire beschadigingen, en dat astma secundaire infecties kan doen, en in een later stadium kan eindigen in een emfysemale toestand.

Astma kan voorkomen onder zijn verschillende vormen, bij de beide geslachten en op eender welke leeftijd: 

  • bij de jong-volwassene: 3 van de 5 gevallen
  • vanaf 50 jarige leeftijd: ongeveer 2 van de 5 gevallen
  • maar ook op oudere leeftijd en zeker ook bij kinderen

Bij de kinderen is de ontwikkeling van het ademapparaat nog incompleet tot 7 jaar, en zijn de astma aanvallen verschillend van de volwassene:

  • snel ademen, niet traag
  • uitademingstoornis is minder hevig
  • hypersecretie is minder hevig 

Héél vaak zijn de aanvallen geassocieerd met infectieuze dermatosis.

Het is moeilijk om een infectie te catalogeren met zulke multiforme en wisselende karakteristieken. Daarom hebben wij steeds getwijfeld tussen een syndroom, t.t.z. een groep van symptomen geassocieerd met veel verschillende oorzaken, of een ziekte.

Om een ziekte te individualiseren zullen wij de oorzaak moeten vinden:

  • Volgens Trousseau, was het een persoonlijke predispositie bij sommige individuen (diathese) om tegelijkertijd of simultaan verschillende manifestaties in verschillende organen vast te stellen                                       (bv. ademproblemen/eczema). 
  • Tegengesteld volgens Brissaud, die eerder denkt aan het vasthouden van angsten en nervositeiten bij patiënten, en het alzo beschouwd als een nerveuze storing, een "adem neurose".

Wetenschappelijke onderzoeksmethoden

Laennec was de eerste om de bronchus beschadigingen te beschrijven bij de ziekte die hij "droge bronchus catarre" noemde (chronische bronchitis met kwellende hoest  zonder, of met weinig, afscheiding).

  • Er was een zwellng met donker of paarsrode verkleuring van het interne membraan van de bronchus... dikwijls merkbaar in de kleine takjes die soms verstopt zijn. Indien zij niet vertopt zijn, zijn zij dikwijls afgesloten door een visceuze substantie met een stijve consistentie of nog sterker. Maar meestal vindt men een belangrijkere klontering van het bronchiaal membraan in de kleine takjes dan in de stam vanwaar zij aftakken.

Deze observaties werden algemeen bevestigd toen anatomische controles weden uitgevoerd bij dodeljke astma gevallen.
Een heftige ontstekingsreactie werd ook ontdekt, waar capillairen gedillateerd zijn, waar mononucleaire leukocyten, sommigen onder hen "eosinophielen" genoemd, overheersen over de witte polynucleaire bloedcellen.

Fysiologische dysfuncties van de bronchus

Ventilatie dysfunctie

Het uitgelokte uitademprobleem is te wijten aan een contractie van de bronchioli door een spasme van de gladde musculatuur, tegengesteld aan het ontlasten van de alveolus. Dit fenomeen kan gemeten worden met spirografie. Voor de astma patiënt is het maximum uitademvolume per seconde minder dan de gebruikelijke 1000 mililiter, en de verhouding van dit volume tegenover de vitale capaciteit, dewelke normaal 75 is, is gedaald in proportie. De obstructie is variabel, met een maximum tijdens de aanvallen, maar verdwijnt niet compleet op de andere tijdstippen.
De bronchiale spierspasmen worden gestart door een parasympatische zenuwprikkleing, afkomstig van de N. pneumogastricus (vagus), dewelke naar verchillende kleine ganglia leidt (80 tot 100 per mm2), die langs de muren van de bronchioli lopen.
Contractie wordt veroorzaakt door het vrijkomen van een constrictieve substantie aan de zenuweinden: acetylcholine.
Om deze contractie te doen stoppen, bestaan de huidige therapeutsche middelen er In het toedienen van twee antagonistische substanties: catecholamine en aminophyline. 

Secretorische problemen

Secretie wordt veroorzaakt door twee systemen:

  • het eerste, cellulair systeem, samengesteld door de calceiforme cellen, afwisselend met de haarcellen, aan de oppervlakte van de bronchiale mucosa.
  • Het tweede, glandulair systeem, is vergelijkbaar met de speekselklieren, en is gesitueerd, diep in de bronchiale submucosa. 

Bronchiale secretie wordt ook gestimuleerd door het zenuwproces: via de twee bekende systemen: sympatisch en parasympatisch systeem. 

Allergische overgevoeligheid

Widal, Abrami, Pasteur Valléry-Radot, hebben aangetoond dat de inflammatie van de bronchiale mucosa met al zijn consekwenties (musculair spasme en hypersecretie) kan afkomstig zijn van een immunologische manifestatie of direkte overgevoeligheid. Deze manifestatie wordt veroorzaakt door plantaardige of dierlijke substanties, "allergenen" genoemd, die geïnhaleerd worden met de lucht , met dezelfde eigenschappen als de antigene moleculen dewelke de vorming induceren van antagonistische substanties: de antilichamen. 
Het complex dat gevormd wordt door antigen - antilichaam induceert ernstige inflammatoire en cytotoxische storingen in de weefsels.
Bij de mens, is de astma aanval sterk te vergelijken met adem-accidenten veroorzaakt bij guinese biggen door anaphylactische overgevoeligheid. Injectie van kleine hoeveelheden antigenen voor de inenting van de verlossende hoeveelheid, voorkomt deze aanval. 

Het principe van verdoven is beschreven vanuit deze bevindingen.

De ontdekking van chemische substanties in de weefsels (histamine, serotonine, bradykinine), tijdens een aanval,  die het mogelijk maakte om locaal alle fysiologische elementen van astma te veroorzaken, resulteerde naar de synthese van antihistamine substanties die in staat zijn om de symptomen sterk te verminderen.
In ieder geval, allergische overgevoeligheid is volgens auteurs en statistieken enkel in 25 tot 65% van de gevallen te bewijzen. Buiten deze astma gevallen van extrinsieke oorsprong, zijn er nog andere van intrinsieke oorsprong waarvan etiologisch nog niets kan worden bewezen.

  • het echte mechanisme van deze astma's is nog steeds ongekend!

De ontdekking van substanties die werden geëxtraheerd van de bijnierschors (corticoïden) maakte het mogelijk om een belangrijke verlichting te verkrijgen van de inflammatoire bronchiale symptomen zonder de evolutie te veranderen; maar we kunnen deze producten niet lang gebruiken zonder de patiënt bloot te stellen aan ernstige risico's. 

Psychofysiologische modulatie

Emoties en angsten bij astmatici zijn steeds een puzzel geweest voor practici. Epinger en Hess geloofden in het overheersen van een specifieke prikkelbaarheid van een of ander deel van interne orgaan-innervatie systeem, beter bekend als het "autonoom zenuwstelsel". Anderen (Turiaf) hadden, zonder success, gezocht naar beschadigingen in het diencephalon, dewelke het dubbele visceromotoor innervatiesysteem controleren.

En voor de rivaliteit tussen psychiaters en psychoanalysten:

  • de psyche van deze patiënten wordt gekarakteriseerdt door een sterke hechting aan hun moeder, wat hun overgevoeligheid verklaart.

Maar dat is ook zo voor andere astmatische patiënten.

Volgens  Kourilsky :

  • komt de stimulus van een frustratie conflict, gekend door de patiënt, maar wat hij negeert in relatie te brengen met het ademprobleem 
  • de frustratie steunt op hartkloppingen die als essentieel beschouwd worden, waarbij de patiënt dit noch kan accepteren, noch de belemmering stoppen.
  • de angstige emotie wordt dan geleid naar het visceraal nerveus systeem, wat de ademhaling regelt.
  • de imperfecte of totale oplossing van het conflict zal leiden naar een partiële of volledige verlichting, behalve wanneer persoonlijkheidstests de patiënt zullen leiden naar abnormale situaties, zoals ernstige depressies, immaturiteit, paranoïa,...    
  • de extreme variabiliteit van astma is daarom te wijten aan permanente psychofysiologische modulatie van symptomen bij angstconflicten.

Zijn conclusie is :

  • overgevoeligheid is zonder twijfel een bemiddelende link van uiterst belang en psychofysiologische modulatie is één van de sleutels van intensiteit en evolutie; andere externe en interne invloeden zijn veel minder belangrijk.
  • astma is meer een status dan een ziekte. Het zit geworteld in de patiënt zelf, zijn persoonljkheid, zijn diepere affectieve regulaties,  zijn genetische erfelijkheid, of een allergische aanleg voor ziekte. 
  • het zal mensen nog voor een lange tijd zorgen baren, maar het is nu beter verstaan en gecontroleerd.

Wat heeft een ander specialist daarover te vertellen?

Ademhaling gereduceerd door een uitademingsbelemmering (c. f. Barth)

  • Hier schijnt het fenomeen tegengesteld te zijn aan de normale status: inademing is kort en stil, maar uitademen is lang, ongemakkelijk en lawaaierig, het heeft nogal wat inspanning nodig...... Tijdens de astma crisis zijn deze fenomenen meer verward: tegelijkertijd treedt er een spasme op van de inademingsspieren, contractuur van de musculaire ringen van Reissessen en bronchiale hypersecretie.
  • De aanval start met een droge hoest, vergezeld van een ongemakkelijk gevoel in de borst; inademing is relatief gemakkelijk doch kort en oppervlakkig; uitademen is lang, fluitend en onvolledig: de longen kunnen de lucht niet volledig kwijt; snel zal de borst gedilateerd zijn tot het maximum, de secundaire ademhalingsspieren: scalenus en sternocleidomastoideus zijn gespannen zoals snaren, het aangezicht wordt cyanotisch van kleur. 

Vragen

Bestaan er andere vormen van dyspné ?

Deze laatste beschrijving is zeer interessant, het helpt ons te brengen naar een ander probleem dat algemeen nog niet onderzocht werd: inademings dyspné, wat foutief wordt beschouwd als zijnde astma.

In dit geval keert het fenomeen zich tegen wat Barth vooropsteld:

  • inademing is lang en luidruchtig, met een redelijke inspanning nodig om een daling van de suprasternale regio te krijgen. Er lijkt een pharyngeale constrictie te zijn.
  • en tegengesteld, uitademen is kort en stil.

Al lezend door mijn site zullen er véél antwoorden gegeven worden op vragen die, volgens mij, nooit aangekaart werden. 
Ik ben het totaal niet eens met de psychofysiologische theorieën zoals die in deze pagina staan vermeld; u zal mijn argumnten begrijpen bij het lezen van de pagina "psychosomatisch ?"